Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar zij zeide tot hem: Niet, mijn broeder, [16]verkracht mij niet, want alzo doet men niet in [17]Israel; doe deze dwaasheid niet. 16. Zie Gen.34:2. 17. Zijnde een heilig volk Gods, en belijdenis doende van godvruchtigheid.